RACE DAY
Want zo noemen de Amerikanen (
Ironmanorganisatie) dat!
Ik was wel iets eerder wakker, dan dat de wekker z’n werk moest doen, maar wel lekker geslapen. Het ontbijt stond al klaar en het koffieapparaat hoefde alleen maar aangezet te worden, dat scheelde toch een beetje tegen de stress.
Dus koffieapparaat aan en vervolgens toch maar even onder de douche gestapt, om de dag fris te kunnen beginnen.
Koffie gedronken, banaan en ontbijt (yoghurt met muesli) gegeten. Mijn “Street Wear” aangetrokken en de Special Needs Bags gepakt. Ook nog een pot koffie mee want na drie kwartier rijden zou ik er best nog eentje lusten.
Ook nu konden we met de auto redelijk dichtbij de startlocatie komen, deze keer niet om te parkeren (parkeerverbod wegens triathlon), maar om mij er uit te laten en het laatste stukje te lopen. Eerst nog een koffie en een dikke kus van Louise, want toen nog onbekend waar en wanneer ik haar weer zou zien.
Zodra ik aankwam in het parc ferme een toilet opgezocht om toch maar zo licht mogelijk aan de wedstrijd te kunnen beginnen. En zo dachten er dus meer over, maar na een klein kwartiertje in de rij gestaan te hebben, kon ik mijzelf lichter maken. En dat scheelt niet alleen voor de buik, maar ook voor het hoofd.
Vervolgens de Special Needs Bags op de juiste plekken gedropt en een plekje gezocht om mij om te kleden. Dat moest ik dan wel weer in een tent doen, want als je “nude” gaat, mag dat niet in de open ruimte (Amerikanen ?!?). Ondanks dat ik na het zwemmen in geheel andere kleren zou steken, heb ik toch een zwembroek aangedaan (weet nog steeds niet of dat eigenlijk wel zin had, maar ja gewoonte zullen we maar zeggen). Enig minpunt van het op tijd inleveren (voor zeven uur) van mijn Street Wear Bag is dat ik dan niet meer mijn gewone bril bij me kan houden en dus aangewezen ben op mijn zwembrilletje (die is gelukkig wel op sterkte – min zes). Nadeel van zo’n zwembrilletje op het droge is dat die dan wel snel beslaat, dus dat werd dan veel op en af.
Leuk was wel dat ik ruim voor de start Bart weer tegen kwam, dus we hebben lekker kunnen kletsen voordat het echte werk ging beginnen. Bart moest wel een stuk eerder, want die is een veel betere zwemmer (maar ook als fietser en loper een stuk sneller dan ik). De zwemstart was een “rolling start”, wat inhoudt dat eerst de Pro Women gaan (stipt zeven uur). Daarna vanaf tien over zeven de vijf waves om de tien minuten. Per wave ga je dan met zo’n zes zwemmer om de zes seconden het water in, daardoor heb je redelijk veel ruimte om in je slag te komen.
Bart moest in de derde wave en ik mocht in de laatste/vijfde wave (voor mensen die er langer dan 1:24 over dachten te doen). Nadat Bart te water was gegaan, kwam ik Louise tegen. Die had de auto ergens in de stad geparkeerd en was met een fiets van onze AirBnB-verhuurders naar de start gekomen (en ruim op tijd ;-)
Dus nog wat gebabbeld en toen was ik zowaar aan de beurt om het startvak in te gaan. Louise kon ‘gewoon’ nog een stukje meelopen, maar het laatste stuk was echt vrij voor de atleten. Dat alles ging vrij vlot want mijn officiële starttijd was
07:52:37 en daarmee was ik hoogstwaarschijnlijk de laatste (van de
2625 starters) die te water ging. Ik heb niemand na mij gezien en Louise had na mijn start nog iemand aan de waterkant zien zitten, maar of die te water is gegaan weet ze niet.
Het zwemmen ging best lekker, behoorlijk veel ruimte om me heen, heel helder water – licht zout, beetje brak water – en niet diep. Ik zag constant de waterplanten onder mij en soms reikte die zo hoog dat ze los kwamen en ze aan je bleven hangen, gelukkig zonder er echt hinder van te hebben. Na 600m ging ik onder de eerste brug door en daar stond Louise mij aan te moedigen. Na weer 600m, dus op 1200m weer een brug en weer Louise :-). Ondertussen was ik al met een kleine inhaalrace bezig, want ik was zeker al zo’n twintig mensen gepasseerd. Op het einde van de lagune was een keerpunt (1500m) en dus lag de ‘tweede’ brug, met nog steeds Louise als supporter daarop dus op 1800m. Vanaf dat moment kwamen zelfs de eerste zwemmers van de eerdere wave (groene badmuts) in zicht (dus ik ging nog best goed). Bij de ‘eerste’ brug (2400m) had ik al groene zwemcapjes ingehaald en ging nog steeds goed. Op naar de laatste brug (waarover het fietsen begon), die lag op 3100m en vlak daarna weer een keerpunt. Ook op deze brug was Louise weer aan het supporteren. Na de laatste brug was het met een haakse bocht nog zo’n 500m naar de finish (van het zwemmen) Ik kwam na
1:31:47 uit het water op plek
2324.
Na uit het water zijn gehobbeld naar mijn Bike Gear Bag moest ik me dus omkleden in een tent, voordeel daarvan was dat daar bankjes stonden zodat je een beetje fatsoenlijk kon gaan zitten. Daar alles uit, wetsuit en zwembroek, badmuts had ik al af, en snel mijn fietsbril opgezet. Want dat ziet toch een stuk beter. Vervolgens mezelf een beetje afgedroogd, vooral mijn voeten, om de kleren wat beter om mijn lijf te krijgen. De tas in een container gegooid en op naar de fiets. Al met al deed ik dat net binnen de tien minuten, waardoor ik zelfs 12 plekjes steeg in het klassement. Dus toen al zo’n driehonderd plekjes opgeschoven.
Bij de fiets direct de helm opgezet en met fiets in de hand naar de uitgang gewandeld. Daar op de fiets gesprongen om aan de 180km fietsen te beginnen. Ik heb daar helaas Louise niet gezien (zij mij wel). De brug over en rechtsaf naar de stad toe. Eerst het wat nieuwere gedeelte en bijna bij het ‘oude’ centrum ging er een fietser vlak voor me op zijn oren, waarschijnlijk kon die nog niet zo goed met bidons omgaan. Gelukkig had ik er geen last van en heeft die fietser er niet veel aan overgehouden, er was heel snel een vrijwilliger bij hem.
Na zo’n vijftien kilometer kwam ik bij de grote ronde aan (die we twee keer moesten doen). Dat was waar ik met Louise begonnen was met ons verkenningsrondje. Op zich wel lekker om op een beetje bekend terrein te zijn. Het waaide ongeveer even hard als toen, dus zo’n windkracht 4. Niet echt hinderlijk, maar langs de kust was dat voornamelijk zijwind en ik moest nog het ‘binnenland’ in. Het parcours was wel steeds hobbelig, maar niet lastig. Bij het 20km-punt was er de eerste verzorgingspost. Daar kon ik mijn bidons weggooien en nieuwe aannemen (water en energy), ook hadden ze daar gelletjes, reepjes en bananen. Ook die dingen heb ik daar aangepakt.
Na 33km lag de eerste ‘tijdmat’, daar was ik na een uurtje langsgekomen en reed toen gemiddeld 31,8 km/u. Net na het 40km-punt gingen we van de strandweg af, links het binnenland in. Het werd iets heuvelachtiger, maar nooit echt lastig. Tenslotte de hoogste puist op de route was 78 meter hoog (berg?). Rond de vijftigste kilometer weer een verversingspost, wederom het vervangingsritueel uitgevoerd. In de tussentijd ook al een paar krentenbolletjes weggewerkt, want dat had de trainer (Louise) wel steeds verteld: zoveel mogelijk eten. Dat ging goed en gelukkig ook niet tegenstaan. Ik denk dat het een goede afwisseling was. Krentenbol, water, gelletje, sportdrank en af en toe een stukje sportreep.
En zo hobbelde en kronkelde het parcours richting de tachtig kilometer voor de derde verversing. Net voor dat punt was er een hele grote schare supporters op de been die toch wel een beetje Tour de France sfeertje probeerde te creëren en dat was dus heel leuk om doorheen te fietsen. Bij de derde post lag ook de Special Needs Bag, en daar heb ik de klaargemaakte krentenbollen en eierkoek uitgehaald, het snoepgoed heb ik achtergelaten. Ik had er geen behoefte aan.
Net na de 90km begon het te regenen, eerst nog niet zo hard, maar lieverlee toch steeds iets meer. Op zich niet zo erg maar bij het 100km-punt (ingang van de tweede ronde) stond Louise (volgens plan). En juist op dat moment kwam de regen best wel hard naar beneden vallen. Gelukkig hebben we elkaar wel gezien, maar ik dacht op dat moment wel dat we net twee verzopen katjes waren. De een aan de kant, de ander op de fiets. De regen hield nog een poosje stand, maar werd gelukkig ook weer minder heftig. Halverwege de strandweg was het zo goed als over en begon ik weer een beetje op te drogen. Enige waar ik een beetje last van had gekregen was koude knieen, maar verder deed alles het nog goed.
Bij de eerste/vierde verversingspost was alles weer droog en ging ik nog steeds op een gestage snelheid (30 km/u) over het parcours. Gelukkig bleef het de rest van de ronde droog en bleef ik ook nog steeds andere atleten inhalen. Verbazend vond ik dat daar best veel tijdritfietsers tussen zaten. Ik dacht toen wel dat die beter in hunzelf zouden kunnen investeren dan in het materiaal (maar ja, wellicht zouden die het op een ‘gewone’ racefiets nog langzamer doen). Na de ronde voor de tweede keer gedaan te hebben ging het na ruim 170km weer richting stad.
Dat stuk was hetzelfde als de heenweg, echter nu iets korter, want de tweede wissel was in de parkeergarage “Jeudan Parking” aan de Sankt Annae Plads midden in de stad. Vlak voor dat ik die garage indook zag ik Louise staan en heb nog een zwaaipoging naar haar gedaan. Beneden bij de inrit van de parking werd je fiets aangenomen door een vrijwilliger, daardoor hoefde je niet zelf een plek voor je fiets zien te vinden (wat denk ik best lastig zou worden, want een beetje schemerig en nog nooit geweest). Het fietsen was al met al ook boven verwachting gegaan, want de 180,2 kilometer heb ik in
5:58:19 afgewerkt. Dus met een gemiddelde snelheid van 30 km/u.
Hierdoor bleek ik in het tussenklassement weer ruim 450 personen te hebben ingehaald en lag op dat moment op positie
1852 :-).
De Run Gear Bag had ik snel gevonden en ondanks dat de wisselruimte in een parkeergarage plaatsvond, moest ik mij toch in een tent omkleden (want wederom alles uit, dus “nude”). Maar ook daar was het voordeel, wel bankjes om te zitten dus relaxter als middenin de meute. Als uit de tas gegooid om deze eerst weer vol te stoppen met de fietsspullen. Nog maar eens de voeten drooggewreven en me in de hardloopkleren gehesen. Tussendoor een koffiesnoepje weggewerkt om even een andere smaak in mijn mond te hebben. Als laatste mijn petje op en rustig naar de uitgang gegaan.
Deze wissel kostte mij nets iets minder tijd dan de vorige: 10:12 om 10:31. Echter niet snel genoeg om er posities mee te winnen. Ik had er, wat dus later bleek, vier verloren.
Met andere woorden, ik ging als nummer
1856 aan het lopen beginnen.
Direct met een klim, want het was wel een ondergrondse parkeergarage. Boven aangekomen was het een drukte vanjewelste. Een grote hoeveelheid toeschouwers stond daar iedereen toe te juichen. Niet alleen starters van de marathon, maar ook voor de lopers die al bezig waren. Maar ze stonden daar ook omdat de finish ook dichtbij was. Bijna tegelijkertijd dat ik de garage uitliep om te beginnen, kwam de eerste man al over de finish (ik startte met lopen om 15:43:23 en de winnaar kwam om 15:44:03 over de finishlijn, hij had er 8:34:03 over gedaan).
Hoe dan ook, ik moest nog even een marathon gaan doen, en dat is toch een stuk anders dan alleen maar een marathon. Ik was op dat moment al zo’n kleine acht uur bezig met sporten.
De beginmeters voelden best wel zwaar, de benen moesten toch even wennen aan de andere beweging. Eerst liep je een stukje zuidwaarts met op 2,4km een keerpunt (en meetmat). Ongemerkt ging het schijnbaar toch goed, want bij die eerste meting liep ik bijna 12 km/u (5.03 min/km). Na dat keerpunt weer terug langs start/finish. Vanaf dat punt moesten er toen nog 4 volle rondes van circa 9,5 kilometer gelopen worden. De verzorgingsposten waren goed (water, sportdrank, red bull, cola, banaan, gelletjes en tucjes) en stonden voldoende dicht op elkaar om niks te kort te komen. Enig minpuntje was dat ik Louise niet zo snel zag (en zij mij ook niet). Het lopen bleef goed gaan, alleen ging toch de snelheid zo lieverlee omlaag. Deels doordat ik toch langzamerhand langzamer werd, waarschijnlijk door vermoeidheid ;-) . Deels doordat ik bij de verzorgingsposten zo goed mogelijk probeerde te eten en drinken, daardoor ging ik daar dan ook steeds (meer) wandelen. In de tweede ronde, ongeveer na zo’n 12 km, was Louise er wel :-), dus beide weer een beetje opgelucht. Bovendien kon ze mij vertellen dat Feyenoord gewonnen had van Excelsior en ik daardoor niet voor Jan met de korte achternaam liep in mijn Feyenoord-shirt.
Daarna tegen de veertiende kilometer zag ik Bart (hij bijna 34km) voor mij lopen. En tot mijn verbazing haalde ik hem zelfs bij. We hebben nog een stuk samen opgelopen en een beetje ‘bijgepraat’, voor zover dat ging. Toen we weer in kleine omloop liepen ben ik hem moeten ‘loslaten’, want Bart (toen 38km) rook de stal (want zijn laatste ronde) en, toegegeven, ik werd er niet sneller op. Ook was ik toen nog net niet op de helft, dus moest toch wel een beetje zuinig met mijn energie omgaan.
‘Gelukkig’ bleef het ook bij het lopen niet droog en ook toen nog een bui gehad. Dat is wel zo eerlijk, daardoor waren alle drie de onderdelen ‘nat’. Ik heb er geen last van gehad en heeft voor mijn prestatie geen negatieve invloed gehad.
Al met al hobbelde ik door van post naar post, om daar wandelend goed te eten en te drinken. Louise nog twee keer gezien onderweg en bij het ingaan van mijn laatste ronde nog een keer en toen zei ze tegen mij dat ik wel binnen het uur bij de finish zou zijn en mij daar hopelijk zou zien. Ik had daar op dat moment wel zo mijn twijfels over, maar Louise had gelukkig gelijk. Want een klein uurtje later volbracht ik de marathon in
4:04:30 !
Tijdens de marathon liep mijn gemiddelde snelheid af van 5:03 min/km (de eerste kilometers) naar 5:48 min/km. Maar daarin was ik niet de enige want bij elk meetpunt was ik weer een paar plekken naar voren opgeschoven in het klassement. Tijdens het lopen bleek ik er toch weer 432 te hebben ingehaald.
Nog even terug naar de finish, helaas in de drukte geen Louise gezien, maar net nadat ik de finishlijn gepasseerd was, stond ze bijna naast me (helaas zat er wel een hek tussen, maar mijn finishzoen had ik dus snel te pakken).
De finishstraat was mooi (maar niet zo mooi als Louise had in Vichy) en ik ben er toch wel juichend doorgelopen. Dat ook omdat de speaker riep:
“Put your arms in the air with your Rotterdam-shirt!”
Een klein kwartier voor acht uur (19:47:53) kwam ik over de finishlijn.
Daar bovenin de finishboog stond vermeld:
H. Vermaas – 11:55:17
Dit hield in dat ik in de ‘Overall Ranking’ als nummer
1397 geëindigd ben.
Ervan uitgaande dat ik inderdaad als laatste, dus nummer 2625, begonnen ben, heb ik tijdens de Ironman
één duizend twee honderd acht en twintig personen heb ingehaald (niet allemaal fysiek op het parcours, want de meerderheid was dus eerder gestart, maar wel in tijd).
Geen idee of ik dit hierboven goed beschreven heb, maar het is toch een geweldige ervaring om bijna twaalf uur te sporten en daarbij drie bijna niet te vergelijkende sporten te hebben gedaan.
Na de finish kon ik dus, zoals eerder vermeld, mijn finishkus ontvangen van Louise, helaas wel vanachter een hek, maar dat smaakte daarom er niet minder door :-).
Daarna ging het zoals bij alle grote en kleine triathlons, spullen (hier dus mijn Street Wear Bag) bijeen zoeken, omkleden en een beetje bijkomen. Tijdens dit omkleden en bijkomen zat ik gelukkig net in een grote tent (alleen voor triathleten) toen er weer eens een bui losbrak. Deze duurde zo’n tien minuten. Vervolgens ben ik toen mijn fiets en andere tassen uit de parkeergarage gaan halen. En na diverse checks werd ik met mijn fiets en al weer in de ‘gewone’ wereld losgelaten.
Gelukkig stond Louise mij daar op te wachten en zijn we samen, eerst naar haar tijdelijke fiets, naar de auto gewandeld. De tassen werden achterin de auto gezet en toen moesten de fietsen nog op dak gezet worden. Mijn racefiets was nog wel te doen (want ‘slechts’ 9 kilo), maar Louises tijdelijke fiets woog zeker het dubbele. Het is dat we samen waren, anders had het nog wel even wat langer geduurd, maar ook die hebben we op dak gekregen.
De stad uitkomen bleek nog niet zo’n makkelijk opgave, want er was een evenement bezig in de stad waardoor er wat straten afgesloten waren en onze “O Solo Mio” daar niet van op de hoogte was. Na een uur waren we dan toch weer ‘thuis’ en na het uitladen, kon eindelijk de chipszak en het bier opengemaakt worden. Na het tweede biertje toch nog maar even onder de douche gestapt om lekker ‘fris’ te gaan slapen. Het was toen tegen middernacht – het weekend zat erop! Ik heb geen mooie dromen over de triathlon gehad, maar wel goed en lekker geslapen.
Dit alles werd mede mogelijk gemaakt door:
mijn lief, coach, trainer en begeleider:
LOUISE CORNELIS
Een kleine greep van de foto's zijn via deze link te zien.